Het kiezen van een wijn is niet altijd eenvoudig. Hou je bijvoorbeeld van Chardonnay uit Australië, dan betekent dat niet dat je van alle Chardonnay-wijnen houdt. Sterker nog, het kan zelfs zo zijn dat een Franse Chardonnay-wijn uit de Chablis een totaal ander smaakprofiel heeft, veel strakker, denk hierbij aan citrusfruit.
De bepaling van jouw smaakstijl komt niet zomaar tot stand. Hier zit een wetenschappelijke theorie achter. Deze theorie gaat over smaakstijlen en beschrijft een visie op het combineren van wijnen en gerechten. Met behulp van deze smaakprofielen, kun je snel zien welke wijn bij je past. In ons basis E-Learning programma onderscheiden we 4 basis types. (Rosé en bubbels niet meegerekend).

Fris fruitig wit.
Frisse, jonge witte wijnen hebben vaak een strak mondgevoel, een heldere kleur en frisse fruitige geuren. Gemaakt van bijvoorbeeld Sauvignon Blanc, Gruner Veltliner of Riesling. Kenmerkende wijnen in deze categorie zijn Sauvignon Blanc uit Nieuw-Zeeland, Verdejo uit de Rueda. Deze wijnen laten zich ideaal combineren met frisse salades met een klassieke dressing van olijfolie, citroensap.

Vol en fruitig wit.
Volle witte wijnen met een ronde smaak en zacht mondgevoel, een  heldere gouden kleur en volle rijke geuren. Gemaakt van bijvoorbeeld Chardonnay, Albariño of Viognier. Kenmerkende wijnen in deze categorie zijn Chardonnay uit Argentinië, Albariño uit Spanje. Wijn-spijs combinaties lopen uiteen van visgerechten, gevogelte en rijke salades.

Krachtig rood.
Stevige en complexe wijnen met een intense smaak en lange afdronk. Vaak een breed spectrum aan geuren van bessen, kruiden en specerijen soms zelfs geuren zoals leer en tabak. Kenmerkende wijnen in deze categorie zijn Spaanse wijnen, Italiaan wijnen zoals Barolo, Brunello en de Super Tuscans, Tempranillo’s uit Ribera del Duero en Rioja. De wijnen laten zich uitstekend combineren met een stevig stuk rood vlees met cantharellen, rijke wildgerechten met truffel en andere culinaire gerechten.